tenietdoen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·niet·doen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tenietdoen
deed teniet
tenietgedaan
onregelmatig volledig

Werkwoord

tenietdoen

  1. overgankelijk tot niets terugbrengen
    • De geboekte economische vooruitgang werd tenietgedaan door het ineenstorten van de aandelenmarkt. 
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be