telex

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·lex
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord telex telexen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

telex m [3]

  1. (informatica) telexdienst
  2. (elektrotechniek) telexapparaat
  3. (media) telexbericht
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
telexen

telex

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van telexen
    • Ik telex. 
  2. gebiedende wijs van telexen
    • Telex! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van telexen
    • Telex je? 

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen