telexist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·lexist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | telexist | telexisten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de telexist m
- (geschiedenis) (beroep) iemand die telexberichten intypte op een telexapparaat en verspreidde via een telexdienst
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord telexist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "telexist" herkend door:
54 % | van de Nederlanders; |
37 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ist in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Geschiedenis in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 54 %
- Prevalentie Vlaanderen 37 %