telefoontas
Uiterlijk
- Geluid: telefoontas (hulp, bestand)
- IPA: / ˌteləˈfontɑs / (4 lettergrepen); /teːlə'foːntɑs/
- te·le·foon·tas
- samenstelling van telefoon zn en tas zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | telefoontas | telefoontassen |
verkleinwoord | telefoontasje | telefoontasjes |
- (onderwijs) zak die men op school in klaslokalen hangt om leerlingen hun mobiele telefoons in te laten opbergen
- ▸ „Mobieltjes in de telefoontas. Hup.” Echt waar, die vrouw praat alsof we kleuters zijn. Ik sta meteen op en doe mijn mobiel in de tas naast het bord.[1]
- etui voor een mobiele telefoon, ook als kleine draagtas of als deel van een grotere tas, koffer of rugzak
- ▸ Ik stop het geld in mijn portemonnee, die ik vervolgens in mijn telefoontasje stop, dat ik daarna omwikkel met een oude sjaal.[2]
-
2. Een telefoontas.
- Voor betekenis [2] "etui" is het verkleinwoord "telefoontasje" meer gangbaar.
- Het woord 'telefoontas' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Juultje van den Nieuwenhof“Try not to..” (2021), Luitingh-Sijthoff B.V., Amsterdam, ISBN 9789024597710, hfst. Amal
- ↑ Weblink bron “Verzameld werk: De kip die over de soep vloog en andere verhalen en gedichten”, e-book (2019), Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, ISBN 9789038804804
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Onderwijs in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal