tel mee

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tel mee
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
meetellen

tel (…) mee

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meetellen
    • Ik tel mee. 
  2. gebiedende wijs van meetellen
    • Tel mee! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meetellen
    • Tel je mee? 

Gangbaarheid