tegemoet
Uiterlijk
- Geluid: tegemoet (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈteχəmut/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈteɣəmut/
- te·ge·moet
- Samensmelting van te en het veroudere gemoet.
tegemoet
- tegen (personen)
- Hij kwam hem tegemoet.
- ▸ Ze besloten zich vanaf een plateau in een meertje te storten. In werkelijkheid kunnen ze alleen maar wadend in de troebele poel hun dood tegemoet zijn gelopen - een nabij ravijn is nergens te bekennen.[1]
- Het woord tegemoet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tegemoet" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron Rob Gollin“De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be