tandradbaan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tand·rad·baan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tandradbaan tandradbanen
verkleinwoord tandradbaantje tandradbaantjes

Zelfstandig naamwoord

de tandradbaanv / m

  1. spoorweg met een extra rail in het midden met de vorm van een tandheugel
     Ook nam hij het gezelschap mee met de tandradbaan naar de top van de berg La Rhune die fraaie vergezichten biedt op Frankrijk, Spanje en de Atlantische Oceaan.[1]
     Toeristen kunnen de bergtop, met 2962 meter de hoogste in Duitsland, overigens wel bereiken. De tandradbaan en een andere kabelbaan gaan wel.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Jakko Gunst
    “Met gelijkgezinde christenen per caravan Europa in” (12-08-2017), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink Weblink bron “Kabelbaan naar Zugspitze dicht na ongeval” (14-09-2018), Reformatorisch Dagblad