talenknobbel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ta·len·knob·bel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van taal en knobbel met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | talenknobbel | talenknobbels |
verkleinwoord | talenknobbeltje | talenknobbeltjes |
Zelfstandig naamwoord
talenknobbel m
- een speciaal talent voor het aanleren van vreemde talen
- Hij heeft overduidelijk een talenknobbel, want hij spreekt vloeiend Nederlands, Engels, Frans, Duits en Spaans.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een speciaal talent voor het aanleren van vreemde talen
Gangbaarheid
- Het woord talenknobbel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "talenknobbel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be