tabaksbedrijf

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  tabaksbedrijf    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ta·baks·be·drijf

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  tabak zn  en  bedrijf zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	tabaksbedrijf	tabaksbedrijven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het tabaksbedrijf o

1. (economie) organisatie die economische activiteiten ontplooit rond tabak en tabaksproducten

   ▸ De gemeente Bergen op Zoom spreekt tegen dat het een schimmige relatie onderhoudt met het tabaksbedrijf Philip Morris, dat sinds 1969 een grote fabriek binnen de gemeentegrenzen heeft staan.

   ▸ In de verschillende filmpjes die GroenLinks laat zien, wordt duidelijk dat de recruiter die voor het tabaksbedrijf werkt, oppert dat juist een GroenLinks-Kamerlid dat fel gekant is tegen roken, goed zou zijn voor het bedrijf.

   ▸ Suzanne Gabriels, expert tabakspreventie van de Belgische Stichting tegen Kanker, is duidelijk. ,,Het tabaksbedrijf wordt meer en meer in nauwe schoentjes gedrongen. Daarom proberen ze nu consumenten te lokken naar hun alternatieven voor de sigaret.”

Hyponiemen

• tabaksproducent, tabaksplantage

Vertalingen

    1. organisatie die economische activiteiten ontplooit rond tabak   

Engels: tobacco farm (en), tobacco-producing holding (en)

Gangbaarheid

• Het woord tabaksbedrijf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.