stroster
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stro·ster
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stro zn en ster zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stroster | strosterren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- versiering gemaakt uit gedroogde graanstengels in de vorm van een figuur met uitstekende punten die op meerdere manieren symmetrisch is
- ▸ Knoop ten slotte de uiteinden van het draadje aan de achterkant van de stroster aan elkaar.[1]
Vertalingen
1. versiering gemaakt uit gedroogde graanstengels in de vorm van een figuur met uitstekende punten ...
Gangbaarheid
- Het woord 'stroster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Thomas Berger & Petra Berger“Berger, Seizoenenknutselboek, 2e geb.”, 2e druk (2001), Uitgeverij Christofoor, Zeist, ISBN 9789062387311, p. 94 kol. 1