stroomt terug

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stroomt te·rug
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
terugstromen

stroomt (…) terug

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugstromen
    • Jij stroomt terug. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugstromen
    • Hij stroomt terug. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van terugstromen
    • Stroomt terug! 

Gangbaarheid