stookolie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stook·olie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stookolie stookoliën
stookolies
verkleinwoord stookolietje stookolietjes

Zelfstandig naamwoord

de stookoliev / m

  1. een brandstof waarmee men verwarmingsketels stookt
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be