stomper
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stom·per
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van stompen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stomper | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
stomper
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van stomp
Gangbaarheid
- Het woord stomper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.