stank
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stank
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stank | stanken |
verkleinwoord | stankje | stankjes |
Zelfstandig naamwoord
stank m
- een sterke, stinkende geur
- De stank was niet te harden.
- Er hing een misselijkmakende stank van rottende kadavers in de lucht.
- ▸ De stank deed vermoeden dat er vroeger duidelijk te veel was gerookt in de kamer.[2]
Uitdrukkingen en gezegden
- stank voor dank
een boze ontevreden opmerking krijgen als je iemand geholpen hebt
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Vertalingen
1. een sterke, stinkende geur
Gangbaarheid
- Het woord stank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "stank" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ stank op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be