stankafsluiter
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stank·af·slui·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van stank en afsluiter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stankafsluiter | stankafsluiters |
verkleinwoord | stankafsluitertje | stankafsluitertjes |
Zelfstandig naamwoord
stankafsluiter m
- een met water gevuld gebogen stuk buis in de vorm van een zwanenhals die verhindert dat de stank van het riool in huis te ruiken is
- De wastafel werd voorzien van een nieuwe stankafsluiter, omdat de oude lekte.
Gangbaarheid
- Het woord stankafsluiter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.