stab
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
![]() |
Engels
Uitspraak
Woordafbreking
- stab
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Middelengelse woord "stabbe".
enkelvoud | meervoud |
---|---|
stab | stabs |
Zelfstandig naamwoord
stab
- steek, messteek
- steekwond
- (figuurlijk) een agressieve opmerking
Uitdrukkingen en gezegden
- [3]: stab in the back
oplichting, verraad
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to stab |
he/she/it | stabs |
verleden tijd | stabbed |
voltooid deelwoord |
stabbed |
onvoltooid deelwoord |
stabbing |
gebiedende wijs | stab |
Werkwoord
stab
- overgankelijk steken, een messteek toebrengen
- onovergankelijk steken, een vlaag van pijn oproepen
- overgankelijk pikken, priemen, prikken
- overgankelijk stompen
Synoniemen
Hyperoniemen
- [1]: wound
Afgeleide begrippen
- [1]: stabber