sportdirecteur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sport·di·rec·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sportdirecteur sportdirecteuren
sportdirecteurs
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de sportdirecteurm

  1. (sport) (beroep) binnen een organisatie de hoogste leidinggevende voor lichamelijke activiteiten als vermaak
     Deze acht renners staan onder leiding van sportdirecteurs Valerio Piva en Steven De Neef.[1]
     „Zondagavond hebben we een mail van onze renner Lieuwe Westra ontvangen waarin hij bevestigt dat hij om persoonlijke redenen een punt zet achter zijn sportcarrière”, zegt sportdirecteur Jean-Francois Bourlart.[2]
     Deze ideeën komen van Patrick Lefevere, ploegmanager van Quickstep-Innergetic, tevens voorzitter van de vereniging van sportdirecteuren in het wielrennen.[3]
Hyponiemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 16 oktober 2021 Weblink bron
    Valerie Van Avermaet
    “Wanty-Gobert-ploegleider Valerio Piva strijdvaardig voor debuut van ploeg in Giro: “We zullen onze stempel drukken”” (3 mei 2021) op nieuwsblad.be
  2. Bronlink geraadpleegd op 16 oktober 2021 Weblink bron
    Maarten Scholten
    “Het afscheid van Lieuwe Westra komt even verrassend als zijn opkomst” (9 januari 2017) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 16 oktober 2021 Weblink bron “`Zet wielerploeg in bij dopingstrijd`” (7 augustus 2006) op nrc.nl op Wikipedia