soldeke

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sol·de·ke
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van  solden zn  "uitverkoop" met het achtervoegsel -ke en daarom vooral gebruikt in Vlaanderen
enkelvoud meervoud
naamwoord soldeke soldekes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het soldekeo

  1. (informeel) aanschaf tegen een heel gunstige prijs
     De ‘Lacetex Slip Dress’ werd eerst te koop aangeboden voor 380 euro, maar wie een soldeke wil doen, kan het nu op de kop tikken voor 230 euro.[1]
Typische woordcombinaties
  • soldekes doen
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 9 november 2020 Weblink bron “Het internet vraagt zich af: "Is dit nu een jurk of een ajuinenzak?"” (30 juli 2019) op nieuwsblad.be