sokkenteller

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sok·ken·tel·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sokkenteller sokkentellers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de sokkentellerm

  1. (militair) (pejoratief) een onderofficier die de taak heeft om de uitrusting, met name de uniformen, te verdelen en de voorraden te bewaren
  2. (militair) (pejoratief) militair die alleen maar verstand heeft van de bureaucratie
    • Daarin maakten zijn militaire tegenstanders, generaals uit het veld, hem uit voor 'sokkenteller': zo'n topgeneraal uit het Haagse, die niet meer met laarzen in de blubber stond. Het was begin jaren zeventig en PvdA-minister Henk Vredeling van Defensie moest toezien hoe twee kampen de Haagse generaals onder leiding van IJsselstein en een groep jongere officieren die ijverden voor hervorming, elkaar openlijk bevochten. [1] 
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Volkskrant Stieven Ramdharie 30 juli 2004 Slechts jaar hoogste generaal van Nederland