sokkenteller
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sok·ken·tel·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sokkenteller | sokkentellers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de sokkenteller m
- (militair) (pejoratief) een onderofficier die de taak heeft om de uitrusting, met name de uniformen, te verdelen en de voorraden te bewaren
- (militair) (pejoratief) militair die alleen maar verstand heeft van de bureaucratie
- Daarin maakten zijn militaire tegenstanders, generaals uit het veld, hem uit voor 'sokkenteller': zo'n topgeneraal uit het Haagse, die niet meer met laarzen in de blubber stond. Het was begin jaren zeventig en PvdA-minister Henk Vredeling van Defensie moest toezien hoe twee kampen de Haagse generaals onder leiding van IJsselstein en een groep jongere officieren die ijverden voor hervorming, elkaar openlijk bevochten. [1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'sokkenteller' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Volkskrant Stieven Ramdharie 30 juli 2004 Slechts jaar hoogste generaal van Nederland
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Invoegsel -en- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Militair in het Nederlands
- Pejoratief in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal