snuffel rond

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snuf·fel rond
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
rondsnuffelen

snuffel (…) rond

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondsnuffelen
    • Ik snuffel rond. 
  2. gebiedende wijs van rondsnuffelen
    • Snuffel rond! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rondsnuffelen
    • Snuffel je rond? 

Gangbaarheid