snijdervogels

Nederlands

luzonsnijdervogel (Orthotomus derbianus). Afbeelding gemaakt door Joseph Wolf.

Uitspraak

• Geluid:  snijdervogels    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• snij·der·vo·gels

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  snijder zn  en  vogels zn 
•  snijdervogel zn  met de uitgang -s

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		snijdervogels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de snijdervogels mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord snijdervogel
2. meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) vogels uit het geslacht Orthotomus  en de familie Cisticolidae . Snijdervogels zijn kleine, veelal felgekleurde zangvogels

Hyperoniemen

• [2] zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• [2] Cambodjaanse snijdervogel, Filipijnse snijdervogel, gestreepte snijdervogel, grijskopsnijdervogel, grijze snijdervogel, langstaartsnijdervogel, luzonsnijdervogel, roodstaartsnijdervogel, roodvoorhoofdsnijdervogel, roodwangsnijdervogel, samarsnijdervogel, trillersnijdervogel, zwartkopsnijdervogel

Verwante begrippen

• bergsnijdervogel, mindanaosnijdervogel, Moreaus snijdervogel, roodkapsnijdervogel

Gangbaarheid

• Het woord 'snijdervogels' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.