skioord
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ski·oord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ski ww en oord zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | skioord | skioorden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het skioord o
- (wintersport) een plaats met veel mogelijkheden om wintersport te bedrijven
- De Amerikaanse skiester Mikaela Shiffrin heeft vandaag haar 35ste zege gevierd in de wereldbeker. Ze won in Courchevel het onderdeel parallel slalom. De 22-jarige Shiffrin was een dag eerder in het Franse skioord ook al de beste op de reuzenslalom. Ze verstevigde met die dubbele overwinning haar leidende positie in de wereldbekerstand. [1]
- Een man die afgelopen dinsdag vermist raakte in het populaire Franse skioord Risoul, is gisteravond dood teruggevonden. Volgens de politie doen de voetsporen rond zijn lichaam vermoeden dat hij is verdwaald op weg naar huis na een avondje uit. Vandaag wordt een autopsie uitgevoerd op het lichaam. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord skioord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "skioord" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Tubantia 20-12-17 Shiffrin na dubbele overwinning steviger aan de leiding
- ↑ Tubantia Koen Van De Sype 06-01-18 Snowboarder (22) vriest dood na avondje stappen in Frans skigebied
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be