sheriff
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- she·riff
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘hoofd van politie’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sheriff | sheriffs |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
sheriff m
- (juridisch) provinciaal rechter in Engeland
- hoofd van de politie van een gewest in de Verenigde Staten
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord sheriff staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "sheriff" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.