senator

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • se·na·tor
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘lid van senaat’ voor het eerst aangetroffen in 1350 [1]
  • afgeleid van het Latijnse 'senātor' (met het achtervoegsel -ator) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord senator senatoren
senators
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de senatorm [3]

  1. (politiek) iemand die zitting heeft in de senaat, oorspronkelijk de raad van ouderen
    • Obama was eerst senator van de staat Illinois. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen