schink

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1. Schink wordt vaak in plakken gegeten.
Uitspraak
Woordafbreking
  • schink
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schink schinken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de schinkm

  1. (voeding) (verouderd) vlees van de achterkant van een varken
    • De gasten zetten zich aan het bruiloftsmaal: koffie met "stoet met schink" en "tweebakken met geel sukker". [4]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

28 % van de Nederlanders;
23 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen


Gronings

Woordafbreking
  • schink
  • schinke (Stadsgronings, Veenkoloniaals, Westerwolds)
Woordherkomst en -opbouw
  • Verwant met het Duitse Schinken en het Limburgse sjink. Zowel gebruikt voor gekookte als gerookte ham.

Zelfstandig naamwoord

schink

  1. ham