scheepskapitein

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scheeps·ka·pi·tein
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord scheepskapitein scheepskapiteinen
scheepskapiteins
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de scheepskapiteinm [1]

  1. gezagvoerder van een schip
     ' De ongeveer twaalf jaar oudere scheepskapitein vraagt zich af: 'Waaruit ontstaat zulk een blinde, maar beslissende gehechtheid? God wete het.[2]
     Een Egyptische scheepskapitein die meedeed aan zoekactie heeft foto's op Facebook gezet van voorwerpen die van het vermiste toestel afkomstig zouden zijn.[3]


Synoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Valentijn Meininger
    “Vertoog over de liefde” (1987), Het Spectrum op Wikipedia, ISBN 9027418063
  3. Bronlink geraadpleegd op 27 april 2024 Weblink bron “Wrakstukken vliegtuig gevonden ten zuiden van Kreta” (Donderdag 19 mei 2016, 15:00), NOS