salé
Uiterlijk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | salé | salés |
vrouwelijk | salée | salées |
salé
- gezouten, zout
- (spreektaal) pikant [1]
- (spreektaal) smerig
- «Quelle histoire salée!»
- Wat een smerig verhaal! [1]
- «Quelle histoire salée!»
- (informeel) (figuurlijk) duur, gepeperd
- «Ce restau nous a présenté une addition salée.»
- Dat restaurant heeft ons een gepeperde rekening gepresenteerd. [1]
- «Ce restau nous a présenté une addition salée.»