pikant
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pi·kant
Woordherkomst en -opbouw
- Van het Franse piquant, in de betekenis van ‘prikkelend’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1617 [1][2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | pikant | pikanter | pikantst |
verbogen | pikante | pikantere | pikantste |
partitief | pikants | pikanters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
pikant
- (voeding) met een prikkelende, scherpe smaak
- Hij serveerde het met een pikante saus.
- (figuurlijk) de zinnen prikkelend, vaak enigszins scandaleus
- Er kwamen steeds meer pikante details aan het licht.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord pikant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "pikant" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "pikant" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ pikant op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be