rusa

Uit WikiWoordenboek

Atjehs

Zelfstandig naamwoord

rusa

  1. (evenhoevigen) hert, een evenhoevig zoogdier uit de familie Cervidae op Wikispecies


Indonesisch

Woordafbreking
  • ru·sa

Zelfstandig naamwoord

rusa

  1. (evenhoevigen) hert, naam van soorten herkauwers uit de familie Cervidae op Wikispecies
Hyponiemen


Noors

Woordafbreking
  • ru·sa

Werkwoord

rusa

  1. verleden tijd van ruse
  2. voltooid deelwoord van ruse
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

rusa, mv

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van rus
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

rusa, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van ruse
Schrijfwijzen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • ru·sa
Woordherkomst en -opbouw
  • Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van de Nynorske werkwoorden rusa en ruse.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud rusa
o enkelvoud rusa
meervoud rusa
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
rusa

Bijvoeglijk naamwoord

rusa

  1. dronken
  2. verdoofd
Schrijfwijzen

Werkwoord

Betekenis: dronken maken

rusa

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast ruse, zie aldaar

rusa

  1. verleden tijd van rusa
  2. voltooid deelwoord van rusa

rusa

  1. gebiedende wijs van rusa
Schrijfwijzen

Werkwoord

Betekenis: dronken maken

rusa

  1. verleden tijd van ruse
  2. voltooid deelwoord van ruse

rusa

  1. gebiedende wijs van ruse
Schrijfwijzen

Werkwoord

Betekenis: wegglijden

rusa

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast ruse, zie aldaar

rusa

  1. verleden tijd van rusa
  2. voltooid deelwoord van rusa
Schrijfwijzen

ruste rusa

  1. gebiedende wijs van rusa
Schrijfwijzen

Werkwoord

Betekenis: wegglijden

rusa

  1. verleden tijd van ruse
  2. voltooid deelwoord van ruse
Schrijfwijzen

rusa

  1. gebiedende wijs van ruse
Schrijfwijzen


Spaans

Bijvoeglijk naamwoord

rusa

  1. vrouwelijk enkelvoud van ruso