roestvlekvliegenvanger
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- roest·vlek·vlie·gen·van·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende samenstelling van roest zn, vlek zn en vliegenvanger zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roestvlekvliegenvanger | roestvlekvliegenvangers |
verkleinwoord | roestvlekvliegenvangertje | roestvlekvliegenvangertjes |
Zelfstandig naamwoord
de roestvlekvliegenvanger m
- (zangvogels) Ficedula strophiata een zangvogel uit de familie Muscicapidae (vliegenvangers). De roep is een laag gekwetter en een hoge 'pink'. De lichaamslengte bedraagt 14 cm
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'roestvlekvliegenvanger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.