roerhaak
Uiterlijk
- roer·haak
- samenstelling van roer en haak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roerhaak | roerhaken |
verkleinwoord | roerhaakje | roerhaakjes |
de roerhaak m
- (scheepvaart) haak waarmee het roer aan het schip opgehangen is
1. haak waarmee het roer aan het schip opgehangen is
- Het woord 'roerhaak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.