rijdt voor
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rijdt voor (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrɛit ˈvor / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- rijdt voor
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorrijden |
rijdt (…) voor
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorrijden
- Jij rijdt voor.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorrijden
- Hij rijdt voor.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorrijden
- Rijdt voor!
Gangbaarheid
- Het woord rijdt voor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.