rijdt in
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rijdt in
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inrijden |
rijdt (…) in
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inrijden
- Jij rijdt in.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inrijden
- Hij rijdt in.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inrijden
- Rijdt in!
Gangbaarheid
- Het woord rijdt in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.