riemvissen

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

riemvis (Regalecus glesne)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • riem·vis·sen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord riemvissen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de riemvissenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord riemvis
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Regalecidae op Wikispecies uit de orde van de koningsvissen. Riemvissen komen overal voor in het open water van de oceanen. De vissen kunnen zeer lang worden, de ('gewone') riemvis tot 11 meter. De vissen hebben geen aarsvin, wel een zeer lange rugvin die voor op de kop begint. De eerste acht tot tien vinstralen van de rugvin zijn helder rood gekleurd en opvallend lang. De vissen hebben kleine ogen en geen tanden
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)


Gangbaarheid

Meer informatie