reup
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- reup
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reup | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- ziekte in rogge veroorzaakt door het stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci)
Verwante begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord 'reup' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
reup m
- (spreektaal) vader
- «Depuis que mon reup est au chômage, c’est la dèche chez nous.»
- Sinds mijn ouweheer werkeloos is, is het één brok ellende bij ons. [1]
- «Depuis que mon reup est au chômage, c’est la dèche chez nous.»
- (spreektaal) angst
- «J’me suis fait virer de bahut, je rentre pas chez moi, j’ai reup de mon père!»
- Ik ben van school gestuurd en ik ga niet naar huis, ik ben bang van mijn vader! [1]
- «J’me suis fait virer de bahut, je rentre pas chez moi, j’ai reup de mon père!»
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 4
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Verlan
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Spreektaal in het Frans