repertorium

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·per·to·ri·um
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘register’ voor het eerst aangetroffen in 1623 [1]
  • afgeleid van het Latijnse repert met het achtervoegsel -orium [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord repertorium repertoria
repertoriums
verkleinwoord repertoriumpje repertoriumpjes

Zelfstandig naamwoord

het repertoriumo [3]

  1. (juridisch) chronologische lijst van akten enz
  2. register
  3. een overzicht van schriftelijke bronnen, geselecteerd volgens een bepaald intern of extern criterium
  4. beknopt wetenschappelijk handboek
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen