renommée

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: renommee

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·nom·mée
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de renomméev

  1. verouderde spelling of vorm van renommee tot 1955
  2. (verouderd) indirecte bekendheid (alleen in onderstaande uitdrukking, zie spellingregel 4.B)
    • Mijnheer Janssen: Hier, vrouwtje, stel ik je den heer Pietersen voor, mijn intiemsten vriend. Mijnheer Pietersen: Zeer aangenaam, mevrouw, want par renommée was u me al bekend. Uw man heeft me wel eens charmante brieven laten zien, die zijn lieve Marie hem schreef. Mevrouw Janssen: Maar ik heet Willy! [1]
Uitdrukkingen en gezegden
  • par renommée
van naam; bij reputatie; uit verhalen

Gangbaarheid

42 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. "Ai!" in: Kikeriki nr. 30, zondagsblad Haagsche Courant nr. 8526 (12 december 1910); p. 21 (bijlage p. 1) kol. 2; geraadpleegd 2017-05-27
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Frans

Uitspraak
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  renommée     la renommée     renommées     les renommées  

Zelfstandig naamwoord

renommée v

  1. faam