reel
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- reel
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | reel | relen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (te) slank
- vismolen van een werphengel
- Na nog enkele vergeefse pogingen om een vis te verschalken, besluiten we ons heil enkele honderden meters verderop te beproeven. Nu is het snel raak. Een grote vis laat de hengel flink doorbuigen. Stukje bij beetje lukt het om met de reel –een speciaal type vismolen– de vis richting boot te dirigeren. Enkele minuten later spartelt het dier in de grote groene bak in de boot. Het blijkt een doornhaai te zijn van zeker een meter lang. Na een fotosessie gaat de vis weer overboord. [3]
- soort dans
Synoniemen
- [1] slank, dun, mager, uitgeteerd, tenger
Hyperoniemen
- [2] vismolen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord reel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "reel" herkend door:
41 % | van de Nederlanders; |
34 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ reel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad Ben Provoost 18-06-2018 Op haaienjacht in een Noors fjord
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be