recette

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·cet·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord recette recettes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de recettev / m

  1. totaal van de entreegelden die de bezoekers van een voorstelling, evenement of attractie hebben betaald
    • De film ging uit in 4.000 zalen en haalde tot dusver een recette van ruim 5 miljoen dollar. [4]
    • In 1985 bood FC Utrecht tegenstander Helmond Sport zelfs aan in Utrecht te komen voetballen en de recette te delen. [5]

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen


Frans

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·cette
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  recette     la recette     recettes     les recettes  

Zelfstandig naamwoord

recette v

  1. recept
    Une recette pour conserver les fruits.
    «Een recept voor het inmaken van fruit»
  2. opbrengst, verdienste
    Compter la recette après un spectacle.
    «Na een vertoning de opbrengst tellen»
Overerving en ontlening

Verwijzingen