Naar inhoud springen

realiteit

Uit WikiWoordenboek
  • re·a·li·teit
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘iets dat werkelijk waar is’ voor het eerst aangetroffen in 1698 [1]
  • afgeleid van het Franse réalité of van reëel met het achtervoegsel -iteit [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord realiteit realiteiten
verkleinwoord (realiteitje) (realiteitjes)

derealiteitv

  1. werkelijkheid
    • De bittere realiteit is dat de oorlog een grote chaos veroorzaakt heeft. 
     Het was te ver verwijderd van de alledaagse werkelijkheid en de realiteit van menselijke emoties, behoeftes en imperfecties.[3]
     De VU laat aan de NOS weten te waarderen dat het werkveld erg betrokken is. "De realiteit blijft echter dat de afdeling Aardwetenschappen langdurig te maken heeft met structurele financiële tekorten, ondanks eerdere reorganisaties en gedeeltelijk steun van andere afdelingen. Deze structurele tekorten zijn niet langer mogelijk gezien de bezuinigingsopgave waar we als faculteit, maar ook als universiteit in haar geheel, nu voor staan."[4]
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[5]
  1. "realiteit" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. realiteit op website: Etymologiebank.nl
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 6 mei 2025 Weblink bron
    Sven Schaap
    “Werkveld luidt noodklok op actiedag tegen verdwijnen aardwetenschappen VU” (6 mei 2025), NOS
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be