raadgevend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: raadgevend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- raad·ge·vend
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | raadgevend |
verbogen | raadgevende |
partitief | raadgevends |
Bijvoeglijk naamwoord
raadgevend [1]
- van iets dat het adviserend is, maar niet dwingend
- Het kabinet wil van de raadgevende volksraadpleging af sinds het referendum over de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Oekraïne. De argumenten van de regering om het raadgevend referendum af te schaffen, zijn niet wetenschappelijk onderbouwd. Dat hield wetenschapper Martin Rosema uit Enschede de Eerste Kamer in maart dit jaar voor.[2]
- Na het raadgevend referendum in maart deed het kabinet wel enkele voorstellen tot aanpassing. Zo wil het strengere regels voor het delen van gegevens met andere landen. Na de zomer wordt hier in de politiek pas verder over gesproken. [3]
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord raadgevend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 20-06-18 Rechter buigt zich over blokkeren referendum
- ↑ Tubantia 26-06-18 Rechter: Sleepwet blijft ondanks aanpassingen toch van kracht