römertopf
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rö·mer·topf
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘ongeglazuurde stoofpot’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
- van het Duits [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | römertopf | römertopfen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de römertopf m
- (huishouden) (kookkunst) poreuze aardewerken ovenschaal om gerechten te smoren zonder vet
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord römertopf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "römertopf" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
34 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "römertopf" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ römertopf op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be