stoofpot

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stoof·pot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stoofpot stoofpotten
verkleinwoord stoofpotje stoofpotjes

Zelfstandig naamwoord

de stoofpotm

  1. (voeding) (kookkunst) stoofschotel, stoofgerecht
  2. (huishouden) pot waarmee men stoofgerechten kan bereiden zoals b.v. de römertopf
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be