pyjamamouw

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • py·ja·ma·mouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pyjamamouw pyjamamouwen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de pyjamamouwv / m

  1. (kleding) deel dat een arm bedekt van een gemakkelijk zittende jasje dat is bestemd om met een bijpassende broek in bed te worden gedragen
     Hij rolde zijn ene pyjamamouw omhoog, en vroeg Sirdjal om aandacht voor een flink litteken.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2023 Weblink bron “Het paradijs van Oranje.” (1973), Querido, Amsterdam, ISBN 9021413868, p. 96