pyjama
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Inhoud
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- py·ja·ma
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘nachtkleding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1912 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pyjama | pyjama's |
verkleinwoord | pyjamaatje | pyjamaatjes |
Zelfstandig naamwoord
pyjama m
- een kledingstuk voor de nacht
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- pyjama's mv, pyjamaatje vkw.
Vertalingen
1. een kledingstuk voor de nacht
Gangbaarheid
- Het woord pyjama staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pyjama' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
Engels
Zelfstandig naamwoord
pyjama
- pyjama; een kledingstuk voor de nacht.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 6
- Zelfstandig naamwoord in het Engels