pyjama
Uiterlijk
- py·ja·ma
- van Engels pyjamas, in de betekenis van ‘nachtkleding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1912 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pyjama | pyjama's |
verkleinwoord | pyjamaatje | pyjamaatjes |
de pyjama m
- (kleding) gemakkelijk zittende hemd en broek die 's nachts in bed kunnen worden gedragen
- pyjamadag, pyjamajas, pyjamamuis, pyjamabroek, pyjamafeest, pyjamaparty, pyjamatocht, pyjama-avond, pyjamawerker, pyjama-achtig
1. gemakkelijk zittende hemd en broek die 's nachts in bed kunnen worden gedragen
- Het woord pyjama staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pyjama" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "pyjama" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
pyjama
- pyjama; een kledingstuk voor de nacht.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kleding in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 6
- Zelfstandig naamwoord in het Engels