prokázat

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /prɔkaːzat/
• Geluid:  prokázat    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pro·ká·zat

Werkwoord

prokázat perfectief   

1. bewijzen

Vervoeging

		enkelvoud	meervoud
eerste persoon		prokázám	prokázáme
tweede persoon	informeel	prokázáš	prokázáte
	formeel	prokázáte
derde persoon		prokázá	prokázají

Schrijfwijzen

• Oude schrijfwijze: prokázati perfectief

Synoniemen

• dokázat
• prokazovat imperfectief

Afgeleide begrippen

• prokázání o
• prokazatelný
• prokázat se perfectief
• prokazovat imperfectief

Verwante begrippen

• prokazatelně (bw.)
• prokazovat se imperfectief
• průkaz monbezield
• průkazný

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)