profwielrenner

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  profwielrenner    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• prof·wiel·ren·ner

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  prof zn  en  wielrenner zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	profwielrenner	profwielrenners
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de profwielrenner m

1. (wielrennen) (economie) iemand die geld verdient als wielrenner; iemand die betaald wordt om wielerwedstrijden te rijden

   ▸ Maar ook als profwielrenner zocht hij de uitersten op. Zo verraste hij in 2012 de wielertop met een weergaloze ritzege in de koninginnenrit van Parijs-Nice.

   ▸ Adorni was profwielrenner van 1961 tot en met 1970. In 1968 werd hij in Imola op indrukwekkende wijze wereldkampioen: de afgelopen zomer overleden Herman Van Springel eindigde op bijna tien minuten van de Italiaan als tweede.

Synoniemen

• beroepsrenner, profrenner, beroepswielrenner

Antoniemen

• amateurwielrenner, amateurrenner

Gangbaarheid

• Het woord profwielrenner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.