prof
Uiterlijk
- prof
- In de betekenis van ‘professor’ voor het eerst aangetroffen in 1875 [1]
- [1] Afgeleid van professor [2] [3]
- [2] Afgeleid van professional
1 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | prof | proffen |
verkleinwoord | profje | profjes |
2 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | prof | profs |
verkleinwoord |
de prof m
- verkorte van van professor
- verkorte vorm van professional (bn: professioneel)
- [1] prof.
|
- Het woord prof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "prof" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "prof" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ prof op website: Etymologiebank.nl
- ↑ prof op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- (verkorting) van professeur
- (spreektaal) leraar, lerares
- «La prof d’anglais, elle est trop bonne, mais elle file des sales notes!»
- De lerares Engels is ontzettend aardig, maar ze geeft beroerde cijfers! [1]
- «La prof d’anglais, elle est trop bonne, mais elle file des sales notes!»
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 95 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 4
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Verkorting in het Frans
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Spreektaal in het Frans