poppedein

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pop·pe·dein
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord poppedein poppedeinen
verkleinwoord poppedeintje poppedeintjes

Zelfstandig naamwoord

de poppedeinv / m

  1. (speelgoed) nagemaakt figuur van een mens
     In een vitrine staat een echte poppedein met blooswangen op een stoel, verschrikt neerkijkend op een bruine beer die haar picknickmand leegsnaait.[2]
  2. (persoon) (figuurlijk) koosnaam voor een lief meisje
     In die tijd leefde hij met de Belgische Angelina van der Auwera, met de koosnaam „Poppedein”. (…) Poppedein is nu 41 jaar, getrouwd met een Engelse journalist en zij woont in de buurt van Antwerpen.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
38 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 18 mei 2020 Weblink bron “Apekool / apenkool” (31 augustus 2018) op OnzeTaal.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 januari 2024 Weblink bron
    Jacomijn de Raad
    De uitstalling : Poppen die zijn liefgehad in: De Volkskrant op Wikipedia, jrg. 73 nr. 21522 (29 april 1995), NV De Volkskrant, 's-Hertogenbosch, p. 81 [Vervolg 29] kol. 7
  3. Bronlink geraadpleegd op 10 januari 2024 Weblink bron
    Henri Stolwijk
    Renes wil alleen geld in: Algemeen Dagblad op Wikipedia, jrg. 36 nr. 62 (11 juli 1981), Stichting Algemeen Dagblad, Rotterdam, p. 35 kol. 2/3
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be