pleasant

Uit WikiWoordenboek

Engels

Uitspraak
Woordafbreking
  • pleas·ant
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Franse woord plaisir, via het Anglo-Normandische woord plaisant, via het Middelengelse woord plesaunt.
stellend vergrotend overtreffend
pleasant more pleasant most pleasant

Bijvoeglijk naamwoord

pleasant

  1. aangenaam
    «Which cities have the most pleasant weather year round?»
    Welke steden hebben het hele jaar door het aangenaamste weer?
  2. plezant, plezierig
    «We had a pleasant evening.»
    We hadden een plezierige avond.
  3. aardig
    «He is a pleasant guy.»
    Hij is een aardige vent.
  4. fijn, leuk
    «We had a pleasant time there.»
    We hadden er een leuke tijd daar.
  5. genoeglijk, gezellig
    «The atmosphere was very pleasant
    Er hing een gezellige sfeer.
  6. prettig
    «That was no pleasant experience.»
    Dat was geen prettige ervaring.
Synoniemen
Verwante begrippen